Terug

Op 1 december 2020 treedt een opvallende nieuwe reglementering in werking m.b.t. onrechtmatige bedingen in contracten tussen ondernemingen (B2B). Hierna lichten wij deze nieuwe spelregels toe aan de hand van enkele veelgestelde vragen. Wilt u meer info, volg dan zeker onze gratis webinar op 29 oktober 2020. Inschrijven kan via de link onderaan deze pagina.

1. Op welke overeenkomst is de nieuwe regelgeving van toepassing?

De bedoeling van de wetgever was om ondernemingen in verticale relaties beter te beschermen tegen kennelijk onredelijk gedrag van grotere spelers. Dit is echter niet veruitwendigd in de wetgeving zelf, die van toepassing is op alle overeenkomsten tussen alle ondernemingen, ongeacht de grootte van de onderneming of het voorwerp van de overeenkomst. Enkel financiële diensten en overeenkomsten inzake overheidsopdrachten zijn uitgesloten van het toepassingsgebied.

2. Vanaf wanneer geldt de nieuwe regelgeving?

De nieuwe regels inzake de onrechtmatige bedingen treden in werking op 1 december 2020. Overeenkomsten die vanaf dan worden gesloten, hernieuwd of gewijzigd, kunnen worden getoetst aan de nieuwe wetgeving.

3. Welke bedingen zijn voortaan onrechtmatig?

Catch-all bepaling

Artikel VI.91/3 Wetboek economisch recht (WER) bevat de algemene toetsingsnorm die stelt dat een beding onrechtmatig is als ze “alleen of in samenhang met één of meer andere bedingen, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen”.

Bij de beoordeling kan de rechter onder meer rekening houden met handelsgebruiken, de rest van de overeenkomst of andere overeenkomsten tussen partijen en alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst. Het is in dat verband aan te raden om correspondentie over de onderhandelingen die de achterliggende reden van aanvaarding van bepaalde bedingen kunnen staven, bij te houden.

In principe dient deze toetsingsnorm enkel om juridische onevenwichten te toetsen en niet om een eventuele discrepantie tussen de prijs ten opzichte van het te leveren product of dienst aan te vechten. De grens tussen een louter juridisch onevenwicht en een economisch onevenwicht is echter niet altijd even duidelijk.

Zwarte lijst

Vervolgens wordt in artikel VI.91/4 WER een lijst gegeven van 4 bepalingen die sowieso onrechtmatig zijn. Het betreft bedingen die ertoe strekken:

  1. te voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de ene onderneming terwijl de uitvoering van de prestaties van de andere onderneming onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil;
  2. een onderneming het eenzijdig recht te geven om één of meerdere bedingen van de overeenkomst te interpreteren;
  3. de contractpartij te doen afzien van elk middel van verhaal en aldus de toegang tot een rechter ontzeggen;
  4. op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de contractpartij vast te stellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst.

Deze bepalingen konden reeds op grond van andere rechtsgronden aangevochten worden en zijn dus niet echt nieuw.

Grijze lijst

Wel nieuw is de lijst bedingen die opgenomen zijn in artikel VI.91/5 WER. Het gaat om bedingen waarvan vermoed wordt dat ze onrechtmatig zijn. Anders dan de zwarte lijst kan voor deze bedingen nog het tegenbewijs worden geleverd dat ze geen kennelijk onevenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen creëren.

De grijze lijst bevat acht types van bedingen, met name bedingen die ertoe strekken:

  1. de onderneming het recht te verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen;
  2. een overeenkomst van bepaalde duur stilzwijgend te verlengen of te vernieuwen, zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  3. zonder tegenprestatie het economische risico op een contractpartij leggen indien die normaliter op een andere partij rust;
  4. op ongepaste wijze de wettelijke rechten van een onderneming uit te sluiten of te beperken in geval van volledige of gedeelde wanprestatie of gebrekkige uitvoering door de andere onderneming van een van haar contractuele verplichtingen;
  5. onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de partijen te verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  6. de onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar zware fout of voor die van haar aangestelden of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van de essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken;
  7. de bewijsmiddelen waarop de andere partij een beroep kan doen te beperken;
  8. in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingsbedragen vast te stellen die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming kan worden geleden.

Deze lijst moet in ieder geval strikt geïnterpreteerd worden. Zo is bijvoorbeeld niet elke clausule die aan een contractpartij eenzijdig het recht geeft om de prijs te wijzigen onrechtmatig. Enkel als dit kan zonder geldige reden is er een probleem. Mits geldige reden, bv. wijziging van grondstofprijzen of belastingen, kan dergelijke clausule nog steeds door de beugel.

Vooral het vijfde onrechtmatig beding is bijzonder opvallend. Deze bepaling legt immers op dat een overeenkomst in principe altijd moet kunnen worden opgezegd, ook als het om een overeenkomst van bepaalde duur gaat. Mogelijks is dit een vergissing van de wetgever, maar zolang er wetgevend niets wordt aangepast, is het aan te bevelen om goed te motiveren waarom een overeenkomst niet voortijdig kan worden opgezegd, bv. omdat bepaalde af te schrijven investeringen gemaakt worden.

Bij elk beding dat onder deze grijze lijst kan vallen, is het van belang dat bij betwisting kan worden aangetoond dat de aangevochten clausules weloverwogen zijn aanvaard door beide partijen. Het is dus zeker nuttig om de gewisselde correspondentie in de aanloop naar de finale overeenkomst bij te houden. Eveneens valt te overwegen om de economische of andere motieven voor bepaalde clausules in de overeenkomst te vermelden.

4. Wat zijn de gevolgen?

Als een beding onrechtmatig is, dan kan de contractpartij verzoeken dat een rechter ze nietig verklaart. De rechter dient dan na te gaan of het bewuste beding geheel of gedeeltelijk moet worden vernietigd. Een stakingsvordering behoort ook tot de mogelijkheden.

5. Besluit

Er zijn enkele opvallende nieuwigheden ingevoerd in de B2B-wet, die niet altijd even helder zijn omschreven en waarvan dus nog zal moeten blijken hoe de rechtspraak deze invult. Rechters zullen vermoedelijk eerder terughoudend zijn bij de toetsing aan de nieuwe wetgeving, omdat in de parlementaire voorbereiding staat dat de nieuwe regels restrictief moet worden geïnterpreteerd en dat aan het beginsel van de contractvrijheid niet wordt geraakt, enkel aan het misbruik ervan.

Toch is het van belang om bij de onderhandeling en het afsluiten van overeenkomsten de nieuwe wetgeving indachtig te houden en ervoor te zorgen dat steeds kan worden uitgelegd waarom bepaalde clausules niet kennelijk onevenwichtig zijn. Het is aan te raden om documentatie bij te houden over de onderhandelingen en eventueel motieven op te nemen in de overeenkomst zelf.

Ons inziens zullen vooral algemene voorwaarden en toetredingscontracten waarover de contractpartij geen onderhandelingsmogelijkheden heeft in het vizier komen van de nieuwe wetgeving. Wij raden dan ook aan om algemene voorwaarden en uw standaardcontracten zeker te laten screenen vóór 1 december 2020.

Wilt u meer info? Volg dan onze webinar op 29 oktober 2020

Tijdens een webinar op donderdag 29 oktober 2020 om 11.30u wil DLPA Advocaten u op een praktische manier de nieuwe onrechtmatige bedingen verder toelichten, samen met ook een korte duiding over het nieuw bewijsrecht tussen ondernemingen.

Praktisch:

  • Wanneer: donderdag 29 oktober 2020 om 11.30u
  • Duur: 1 uur
  • Inschrijven is gratis
  • Na registratie via onderstaande knop ontvangt u een e-mail met verdere instructies (meerdere personen van hetzelfde bedrijf dienen zich apart in te schrijven). Contacteer voor technische vragen gerust karolien.noppe@dlpa.be.
Klik hier om te registreren.

DELEN:

Recent nieuws

Sociaal Strafwetboek

Verhoging sanctieniveau 3 en 4 Sociaal Strafwetboek

29/03/2024 - Op 26 maart 2024 heeft de regering een wetsontwerp ingediend tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van...

Lees meer
Newsflash

Interestvoet voor betalingsachterstand gestegen tot 12,5%

01/03/2024 - In het eerste semester van 2024 is de interestvoet voor betalingsachterstand gestegen tot 12,5%. Deze interestvoet geldt o.a. voor transacties tussen ...

Lees meer