
Europese dag van de Privacy: prioriteiten van GBA voor 2025
28/01/2025 - Elk jaar publiceert de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) een beheersplan waarin de doelstellingen van haar verschillende organen voor het komende j...
Lees meer07/03/2025
Wat was de situatie vroeger? De quasi-immuniteit van de bestuurder als uitvoeringsagent voor de vennootschap
Onder het vroegere aansprakelijkheidsrecht waren bestuurders, als hulppersoon van de vennootschap, beschermd tegen vorderingen van contractspartijen van de vennootschap voor fouten in de uitvoering van de overeenkomst. Ze waren ‘quasi-immuun’, wat betekende dat ze niet rechtstreeks aangesproken konden worden door de contractspartij van de door hen bestuurde vennootschap, behalve in uitzonderlijke gevallen zoals misdrijven.
Wat is er veranderd? De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent werd afgeschaft vanaf 1 januari 2025
Vanaf 1 januari 2025 kan een contractspartij van de vennootschap de bestuurder wél (buitencontractueel) aanspreken, ook al volgt de door die partij geleden schade louter uit een gebrekkige uitvoering van het contract.
De impact van de nieuwe wet doet zich voornamelijk voor in de verhouding van de bestuurder tegenover de medecontractanten van de vennootschap. Denk aan klanten, leveranciers, …
Wat zijn de concrete gevolgen daarvan voor de bestuurder(s) van een rechtspersoon?
In essentie houdt deze nieuwe wetgeving in dat bestuurders van een vennootschap nu ook door een contractpartij van de vennootschap (buitencontractueel) kunnen worden aangesproken en er een nieuw risico in het leven wordt geroepen.
Bestuurders kunnen wel pas aansprakelijk gesteld worden indien de onrechtmatige daad, schade én oorzakelijk verband worden aangetoond (artikel 6.3 B.W.).
Daarenboven is er slechts sprake van bestuurdersaansprakelijkheid indien men zich heeft gedragen op een wijze die zich “kennelijk” buiten de marge bevindt waarbinnen normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurders geplaatst in dezelfde omstandigheden redelijkerwijze van mening kunnen verschillen (artikel 2:56 WVV).
Deze wisselwerking tussen beide wetsbepalingen verzwaart de bewijslast voor de eisende partij (medecontractant van de vennootschap). De kennelijkheidsvereiste zet des te meer in de verf dat een bestuurder niet ipso facto aansprakelijk is ten aanzien van een medecontractant van de vennootschap wanneer deze vennootschap een contractuele fout begaat, zelfs niet indien deze fout ook een onrechtmatige daad uitmaakt.
Let wel: een fout van een bestuurder die de “kennelijkheidsvereiste” overschrijdt, zal de lagere drempel van de onrechtmatige daad ook overschrijden en ongetwijfeld een buitencontractuele fout uitmaken.
Een noodzakelijke vereiste bij dergelijke aansprakelijkheidsdiscussies is dat de bestuurder gehandeld heeft in de uitvoering van zijn bestuursmandaat. Is dat niet het geval, dan is het gemeen buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht van toepassing. Niet elke louter uitvoerende handeling gesteld in naam en voor rekening van de vennootschap op basis van een volmacht houdt een bestuurstaak in.
Daarnaast biedt de wet ook mogelijkheden om voormelde risico’s te beperken. De nieuwe regels zijn van aanvullend recht, wat met zich meebrengt dat bepaalde aansprakelijkheden contractueel kunnen worden uitgesloten of beperkt. Zo kan de buitencontractuele vordering in het hoofdcontract worden uitgesloten, zodat dit ook doorwerking heeft ten voordele van de bestuurder.
Hoe kan men zich daartegen verzekeren?
Hoewel de impact van het nieuwe boek 6 B.W. gerelativeerd moet worden, kunnen ook wij er niet omheen dat er effectief sprake is van een grotere aansprakelijkheidsdreiging voor de bestuurders. Bestuurders zullen nu ook geconfronteerd worden met buitencontractuele vorderingen van een medecontractant van de vennootschap, zeker wanneer deze vennootschap in financiële moeilijkheden verkeert, waardoor de druk van potentiële juridische kosten op een vennootschap en haar bestuurders wel degelijk toeneemt.
Daarom is het raadzaam om uw D&O polis even onder de loep te nemen om de (nieuwe) risico’s verder te neutraliseren, al was het maar om je als bestuurder te beschermen tegen de gerechtskosten voor het geval je in een gerechtelijke procedure wordt meegesleurd.
Dergelijke aansprakelijkheidsverzekering dient om “directors & officers” (D&O’s), vaak ook directeurs met welbepaalde taken, te beschermen voor financiële gevolgen van aansprakelijkheid en/of voor de kosten van het in rechte aangesproken worden (waarborg rechtsbijstand). De verzekeringspolis wordt doorgaans aangegaan door de vennootschap zelf, die dus ook instaat voor de betaling van de premies. Let wel: dergelijke polis beschermt het vermogen van de D&O’s (verzekerden) en niet het vermogen van de vennootschap (vaak de verzekeringsnemer).
Doorgaans wordt er standaard voorzien in dekking voor aansprakelijkheid op grond van gewone bestuursfouten, inbreuken op het WVV of de statuten van een vennootschap en inbreuken op bepaalde specifieke wettelijke verplichtingen. Dekking voor buitencontractuele aansprakelijkheid van bestuurders was vroeger geen issue, zodat deze expliciet in de D&O polis zal moeten worden opgenomen.
Ook als feitelijk bestuurder kan men aansprakelijk worden gesteld voor bestuursfouten. Indien nodig kan in de D&O polis nader worden omschreven wie specifiek onder de dekking ressorteert.
Het is ook belangrijk om het onderscheid voor ogen te houden tussen een bestuursfout en een fout die de beroepsaansprakelijkheid met zich meebrengt, aangezien deze twee aansprakelijkheidsgronden compleet verschillende polissen vereisen.
Bij wijze van voorbeeld: Een ingenieur-bestuurder begaat een fout bij het uitoefenen van een controle of een berekening in naam en voor rekening de vennootschap die hij bestuurt = aansprakelijkheid van de ingenieur, maar niet in de uitoefening van zijn opdracht als bestuurder. Bijgevolg zal de D&O verzekering in deze geen soelaas bieden, maar komt men in het vaarwater van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Besluit
Eerste relativering:
Er is een bijkomende partij die de bestuurders van een vennootschap (buitencontractueel) kan aanspreken. De grond waarop enige buitencontractuele aansprakelijkheid gestoeld moet zijn wijzigt niet. Men moet aldus nog steeds een onrechtmatige daad, schade en oorzakelijk verband kunnen aantonen. Als bestuurder ben je dus niet snéller aansprakelijk dan vroeger voor tekortkomingen in de uitoefening van het bestuursmandaat.
Tweede relativering:
Het fout-begrip zoals wij dit steeds hebben gekend, moet tevens de strenge toetssteen van de kennelijkheidsvereiste doorstaan.
Derde relativering:
De wet is van aanvullend recht, er kan dus contractueel van worden afgeweken.
De bestuurder geniet dan ook van een dubbele doorwerking van verweermiddelen: deze uit de overeenkomst bestuurder-vennootschap en deze uit de overeenkomst vennootschap-medecontractant. Wel moet nog steeds rekening worden gehouden met het exoneratieverbod uit artikel 2:58 WVV.
Vierde relativering:
De wettelijke “cap” op aansprakelijkheid uit artikel 2:57 WVV blijft onverkort gelden, al geldt nog steeds de beperking uit §3, 1° zodat de cap enkel geldt voor een toevallige lichte bestuursfout. De vraag blijft dus in hoeverre deze cap in de praktijk bescherming kan bieden in het geval van een bestuursfout, die doorgaans niet als “toevallige lichte fout” zal worden aanzien.
Het nieuwe boek 6 lijkt geen soelaas te bieden voor deze uitgeholde cap, integendeel, aangezien men op buitencontractuele basis recht heeft op een integrale vergoeding van de schade, en dus ook niet-voorzienbare schade vergoedbaar wordt.
Daarmee moet eveneens rekening worden gehouden bij het bepalen van de waarborgen in de D&O polis.
Vermoedelijk is het laatste daarover nog niet gezegd, aangezien veel zal afhangen van hoe de rechtbanken de wisselwerking tussen het nieuwe boek 6 en het WVV zullen interpreteren.
Vijfde relativering:
Bestuurders zullen nu wel sneller te maken krijgen met vorderingen, zodat de verdedigingskosten al sneller zullen oplopen en het belang van een goede en omvattende D&O verzekering alleen maar is toegenomen. Een goede D&O verzekering op maat kan de laatste risico’s ondervangen, waarin ook de buitencontractuele aansprakelijkheid van bestuurders kan worden verzekerd.
Wij lezen jouw polis(sen) proactief na en staan je bij bij het voeren van onderhandelingen en procedures waarbij jouw bestuurdersaansprakelijkheid ter discussie staat.
DELEN:
28/01/2025 - Elk jaar publiceert de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) een beheersplan waarin de doelstellingen van haar verschillende organen voor het komende j...
Lees meer09/01/2025 - De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) heeft de lijst met flitscontroles gepubliceerd:Februari: transport - verhuis - taxi’sApril: ...
Lees meer