Terug

Expertises:

In onze nieuwsbrief van 12.03.2020 hebben wij reeds een (eerste) overzicht gegeven omtrent de (preventie)maatregelen die kunnen of moeten ondernomen worden in de strijd tegen het virus COVID-19.

Inmiddels heeft de overheid (aangepaste) ondersteuningsmaatregelen uitgewerkt, zoals de versoepelde regeling ‘tijdelijke werkloosheid overmacht’ voor werknemers en het ‘overbruggingsrecht’ voor zelfstandigen. Wij lichten hieronder kort de essentie van deze maatregelen toe.

Tijdelijke werkloosheid - COVID-19

Op 20.03.2020 heeft de federale regering een versoepelde regeling en procedure inzake tijdelijke werkloosheid ingevoerd waardoor alle gevallen van tijdelijke werkloosheid door het coronavirus (automatisch) aanvaard worden als ‘tijdelijke werkloosheid wegens overmacht’.

Deze versoepelde regeling en procedure geldt retroactief (vanaf 13.03.2020) en voor de volledige duur van de regeringsmaatregelen (inmiddels verlengd tot 19.04.2020).

De situatie van ‘overmacht’ wordt hierbij algemeen aanvaard, niet enkel voor de ondernemingen die hun activiteiten noodzakelijk geheel of gedeeltelijk moeten sluiten (bijv. horeca), maar ook voor de ondernemingen die tijdelijk geconfronteerd worden met een gebrek aan werk (≠ ‘overmacht’ in de strikte zin). Dit wordt expliciet bevestigd in de rubriek FAQ Corona die de RVA op haar eigen website publiceert:

Kunnen bedrijven hun werknemers tijdelijk werkloos stellen indien er te weinig werk is door de coronacrisis?

Bedrijven die openblijven maar die door de coronacrisis te weinig werk hebben om alle werknemers verder tewerk te stellen (door daling van de omzet, productie, bestellingen…), kunnen de werknemers die niet verder tewerkgesteld kunnen worden, tijdelijk werkloos stellen wegens overmacht. Deze regeling geldt voorlopig tot 05/04/2020 maar kan verlengd worden bij verlenging van de maatregelen.

De formaliteiten voor deze vorm van tijdelijke werkloosheid zijn beperkt:

  • de werkgever dient een elektronische aangifte ASR scenario 5 in (desgevallend middels tussenkomst van zijn sociaal secretariaat);
  • de werknemer (die voor de eerste maal werkloosheidsuitkeringen aanvraagt) moet een uitkeringsaanvraag indienen bij zijn uitbetalingsinstelling (van zijn vakorganisatie of bij de Hulpkas voor Werkloosheid) middels het formulier ‘C.3.2 – werknemer-corona’.

De werkgever die eerder in het kader van de coronacrisis al een aanvraag tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen had ingediend, kan eenvoudig een hernieuwde aanvraag tijdelijke werkloosheid wegens overmacht indienen op de voormelde wijze (aan te bevelen).

De uitkeringen bedragen 70% van het gemiddelde begrensde loon (begrensd tot 2.754,76 EUR per maand).

(Enkel) bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht is er een supplement van 5,63 EUR per dag werkloosheid ten laste van de RVA voorzien. Bij tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen geldt een supplement van ten minste 2 EUR per dag werkloosheid, dit evenwel ten laste van de werkgever (of het fonds voor bestaanszekerheid van de betreffende sector) .

Op deze uitkeringen (verhoogd met het supplement) wordt (enkel) bedrijfsvoorheffing ingehouden t.b.v. 26,75%.

Werkgevers kunnen vrij beslissen om een eigen aanvulling bovenop deze uitkeringen toe te kennen aan hun werknemers. Dergelijke aanvullingen (tot max. het ‘normale loon’) zijn vrijgesteld van RSZ-bijdragen en zijn eveneens onderworpen aan bedrijfsvoorheffing van 26,75%. Bij dergelijke aanvullingen moet evenwel rekening worden gehouden met artikel 45 RSZ-wet dat een discriminerende toekenning van deze aanvullingen verbiedt. De toekenning van deze aanvullingen aan bepaalde werknemers moet dus op objectieve criteria berusten.

Overbruggingsrecht zelfstandigen - COVID-19

Zelfstandigen die n.a.v. de coronacrisis hun activiteiten geheel of gedeeltelijk moeten onderbreken, kunnen in bepaalde gevallen aanspraak maken op het zgn. ‘overbruggingsrecht’ (waarvan de toekenningsvoorwaarden eveneens versoepeld werden).

Deze steunmaatregel is van toepassing op de zelfstandigen in hoofdberoep (en meewerkende echtgenoten in het maxistatuut), alsook op de zelfstandigen in bijberoep die voorlopige bijdragen verschuldigd zijn die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep, en die:

  • door de overheid verplicht worden om hun zelfstandige activiteit geheel of gedeeltelijk te onderbreken;
  • als gevolg van de coronacrisis genoodzaakt zijn om hun zelfstandige activiteit te onderbreken gedurende een periode van ten minste 7 kalenderdagen (om diverse redenen van economische of organisatorische aard) ; ook zelfstandigen die een zorgberoep uitoefenen zoals kinesisten, tandartsen en specialisten vallen hieronder (wanneer zij uitsluitend nog tussenkomen voor dringende en absoluut noodzakelijke ingrepen).

In beide gevallen kan de zelfstandige aanspraak maken op een overbruggingsrecht voor het volledige maandbedrag van 1.291,69 EUR (zonder gezinslast) of 1.614,10 EUR (met gezinslast) voor de maanden maart en april.

Hiervoor moet de zelfstandige een (eenvoudige kort te motiveren) aanvraag indienen bij zijn sociaal verzekeringsfonds tegen uiterlijk 30.09.2020 (voor de maand maart) of tegen uiterlijk 31.12.2020 (voor de maand april).

DELEN:

Recent nieuws

Bemiddeling website

Van conflict naar oplossing - geschillenregeling buiten de rechtbank om

01/10/2024 - Geschillen worden in de regel beslecht door rechtbanken. Voor geschillen tussen aandeelhouders is dit niet anders. De laatste jaren zagen echter versc...

Lees meer
De geschillenregeling website

De vennootschapsrechtelijke echtscheiding

28/06/2024 - Indien een conflict in een vennootschap zodanig groot is dat geen enkele samenwerking tussen de betrokken aandeelhouders meer mogelijk is, kan de gesc...

Lees meer